In 1343 kreeg Venlo haar Stadsrechten en al in de oudste bekende stadsrekeningen wordt melding gemaakt van opbrengsten uit Bieraccijns. Vele eeuwen waren zij wellicht de belangrijkste inkomstenbron van de stad.
Het middeleeuwse Venlo telde meer dan 30 brouwerijen binnen de muren van de stad. Grofweg het huidige historische centrum. Ook de bouw van het markante Stadhuis werd betaald met bieraccijns.

Rond 1900 waren er nog 10 brouwerijen en dit aantal slonk tot dat de laatste brouwerij in 1944 door geallieerde bombardementen verwoest werd. De dorst werd er niet minder om en decennia lang waren de Venlonaren (zonder veel tegenzin overigens) aangewezen op bieren van buiten de stad.

Meest gedronken bier was eeuwenlang bier van het type alt. Dit type bier vindt men nu nog vooral in de geografische driehoek Düsseldorf-Münster-Venlo. Voornamelijk in de Nederrijn dus. Echter in Venlo komt het Altbier in tal van stukken in het archief voor en staat ook steevast bij de diverse types bier op advertenties uit vroeger tijden.